top of page

De wijze dwaas: geboorte en evolutie

  • info9110892
  • 28 jul 2020
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 24 mei 2022

De wijze dwaas is in de werken van Shakespeare een van de meest intrigerende personages (geworden). Dat hij zich over steeds meer belangstelling mag verheugen, is daarom ook geen verrassing.

De “fool” zorgt in veel stukken van Shakespeare voor een extra dimensie, enerzijds als clown, de verzorger van comic relief en anderzijds als verkondiger van waarheden, context en inzichten die andere personages, van wie meer intelligentie zou mogen worden verwacht, ontberen.

Opgemerkt moet worden dat het clowneske bij Shakespeare, ook in het geval van comic relief bijna altijd verder gaat dan simpele humor, doordat het taalgebruik en de beeldspraak de thematiek ondersteunen, zoals in het geval van de uitspraken van de Porter in Macbeth. Zijn uitspraken, nadat is ontdekt dat Duncan is vermoord, onderstrepen dat het “goed mis is in de wereld”. Op die manier worden verschrikkelijke gebeurtenissen en de complexiteit van de gepresenteerde gebeurtenissen en thema’s van het stuk gerelateerd aan de alledaagse werkelijkheid. Zo vertaalt Shakespeare de betekenis en het belang van de thema’s naar de alledaagse werkelijkheid van zijn publiek.

Shakespeare’s fool maakt deel uit van een lange traditie die begon bij de oude Grieken en heden ten dage nog zichtbaar is in verschillende verschijningsvormen in vele kunstvormen. Shakespeare bouwde voort op het inhuren van dwazen voor puur vermaak in de Griekse oudheid, de Romeinse tijd en de middeleeuwen, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de “natural and artificial fool”. De “natuurlijke gek” was de misvormde (lichamelijk en/of geestelijk); de “onnatuurlijke of kunstmatige gek” beschikte over verbale kwaliteiten en een geestelijke intelligentie die hem in staat stelde deel te nemen aan intellectuele en verbaal spitsvondige uiteenzettingen.

Uit de Romeinse tijd is bekend dat “natural fools” deel uitmaakten van de huishouding van rijke Romeinen, waar in de Griekse tijd “normale mensen” werden ingehuurd om zich als clown of gek te gedragen. Zo zou je kunnen betogen dat, kijkend naar de rol van de gevangene, Plato in de allegorie van de grot gebruik maakt van een wijze dwaas. En wat te denken van Socrates’ werkwijze, die door wetenschappers als Walter Kaiser, is beschreven als die van een wijze dwaas.

Na de Grieken en de Romeinen werd de dwaas een veelgeziene gast aan de verschillende hoven in Europa en in welgestelde huishoudens. In die tijd is de dwaas, de nar een entertainer die zingt, muziek maakt, verhalen vertelt en af en toe acrobatische kunsten vertoont of goochelt.

In de vroege stukken van Shakespeare zie je die entertainer terug, mogelijk doordat William Kempe deel uitmaakte van het toneelgezelschap. Toen Kempe het gezelschap verliet en Robert Armin zijn plaats innam, veranderde het karakter van de dwaas. Vanaf dat moment verdwijnt de spanning tussen de thematiek van het stuk en de traditionele rol van de dwaas om te entertainen en verschijnt de wijze dwaas die, zoals Jan Kott schrijft, weet dat de enige echte dwaasheid is “de wereld te zien als rationeel”. De wijsheid van de dwaas “vangt” wat de rede niet altijd kan. De dwaas presenteert de betekenis en het belang van wat wij (denken te) weten of op zijn minst accepteren, maar niet rationeel kunnen verklaren.

Zo wordt de dwaas vaak geassocieerd met de wijsheid die voortkomt uit blind geloof, roekeloos/grenzenloos verlangen, hopeloze romantiek/liefde en losbandig leven en

That, of course, is the greatest secret of the successful fool – that he is no fool at all.

(Isaac Asimov)

dewijzeendedwaas.blog – 24 juli 2020




Recente blogposts

Alles weergeven
Bad Donald / Good Donald

Een vliegtuig met 5 passagiers aan boord: Donald Trump, Boris Johnson, Angela Merkel, de paus en een 10-jarig meisje staat op het punt om...

 
 
 

Comments


bottom of page